Hoezo wordt er in de NASCAR niet geremd?

6/5/2019

 Gevechten op het scherp van de snede, strijd om de winst tot in de laatste ronden, kansen op succes voor financieel minder draagkrachtige teams en kampioenschappen die pas in de laatste race worden beslist.

​​​​​​​​​​

Dat klinkt misschien allemaal te mooi om waar te zijn, maar het is wel gewoon de realiteit in de Amerikaanse NASCAR Cup Series, een kampioenschap dat bestaat uit 36 races die worden verreden van februari tot november en met een deelnemersveld van zo'n veertig coureurs. De gebruikte auto's wegen rond de 1540 kg, het dubbele van een Formule 1-auto, en worden geleverd door Chevrolet, Ford en Toyota.​

De technische vereisten schrijven traditiegetrouw een stalen buizenframe met rolbeugel, een 5,8-liter V8-motor met handgeschakelde vierversnellingsbak en achterwielaandrijving, en een lengte van 5,3 meter en breedte van 1,94 meter voor. Brandstof en banden zijn gelijk voor iedereen. ​

Uiterlijk verschillen de auto's daarom niet eens zo heel veel van hun voorgangers uit de jaren zeventig en het zal u dan ook niet verbazen dat ze bar weinig gemeen hebben met de bolides uit de Formule 1, de toerwagens uit de DTM en de GT's uit het FIA World Endurance Championship. Toch betekent dit allerminst dat de auto's uit de NASCAR Cup Series gedateerd zijn. Want op de punten die door het reglement zijn toegestaan investeren de teams flink in research en windtunneltests. Topsnelheid is namelijk doorslaggevend op de ovalen circuits. ​

Wat mensen die zich nooit in de NASCAR hebben verdiept ook zal verrassen, is de aandacht die aan de remsystemen wordt besteed en het gebruik van de remmen tijdens de races. Daarom willen we hier graag vijf onzinverhalen ontkrachten die over de remmen van NASCAR-auto's de ronde doen.​ 


 

 

 

1) Omdat er wordt geracet op ovalen circuits doen de remmen er nauwelijks toe. NIET WAAR​

Elk jaar worden er een paar races verreden op wegcircuits, zoals bijvoorbeeld de Sonoma Raceway (3,2 km met 10 bochten) of Watkins Glen (5,4 km met 11 bochten). 


 

Op deze circuits worden vanzelfsprekend voor het ingaan van elke bocht de remmen gebruikt om de snelheid minderen. 


 

Het gemiddelde gebruik van de remmen bedraagt ongeveer twintig tot dertig seconden per ronde, wat overeenkomt met 30 procent van de totale duur van de race. ​

 

 
 

2) Op de ovals worden de remmen niet of nauwelijks gebruikt. NIET WAAR ​

Op middellange ovals, de zogeheten Intermediates zoals Talladega, Daytona en Indianapolis, gebruiken de coureurs de remmen alleen bij het inrijden van de pits of in gelevlagsituaties. 

Er zijn echter ook races die worden verreden kleinere ovals, de Short Tracks, die een lengte hebben van slechts 0,8 tot 1,6 km. Daar worden de remmen gebruikt voor het insturen van de bochten. Daarna worden ze ook over het hele traject van de bocht gebruikt om de ideale lijn te behouden. Voor deze circuits maakt het remsysteem een integraal deel uit van de set-up van de auto. 

In Martinsville bijvoorbeeld worden de remmen gedurende 6 à 7 seconden gebruikt in elk van de twee bochten. Om de remmen te sparen, maken de coureurs daar zelfs gebruik van de motorrem. ​


 

3) De remmen zijn voor alle circuits hetzelfde, net als in de Formule 1. NIET WAAR​

Anders dan in de Formule 1, waar gedurende het hele seizoen hetzelfde type remklauw wordt gebruikt, vereisen de drie categorieën ovals van de NASCAR Cup Series elk een eigen type remklauw omdat het gebruik van de remmen op elk soort circuit anders is. 

Op de Super Speedways (ovals met een lengte van 4 km) worden de remmen nooit gebruikt, behalve bij het inrijden van de pits of bij een gele vlag. 

Op de Intermediates (ovals van 1,6 tot 4 km) worden de remmen slechts in zeer beperkte mate gebruikt, terwijl op de Short Tracks gedurende de gehele bocht geremd. 

Voor de Super Speedways kiezen de teams daarom voor kleine remklauwen, voor de Intermediates een wat grotere klauw en voor de Short Tracks een groot type remklauw. Hetzelfde geldt voor de remschijven: terwijl in Formule 1 de afmetingen van de gebruikte schijven gedurende het hele jaar hetzelfde zijn en hooguit het aantal koelgaatjes varieert, verschillen in de NASCAR de diameter en dikte van de remschijven op de voorwielen afhankelijk van het type circuit. ​

 

 
 

4) Alle coureurs rijden met hetzelfde type remsysteem. NIET WAAR ​

Om de temperatuur van de remklauwen en schijven onder controle te houden, kiest elk team een koelingpatroon op basis van de aerodynamische vereisten van de afzonderlijke auto's.

Om ze hierbij te helpen biedt Brembo maatwerkoplossingen voor de koelkanalen in de schijven.

​Soms gebruiken de teams ook verschillende remblokken en remschijven voor de afzonderlijke auto's omdat de rijders een verschillende remstijl hebben: de ene remt als een Formule 1-coureur met een krachtige eerste aangrijping, terwijl de ander de remdruk juist geleidelijker opbouwt.


 

5) De remsystemen zijn erg zwaar in vergelijking met de systemen die worden gebruikt in de Formule 1, DTM en GT-kampioenschappen. NIET WAAR ​

Om auto's van meer dan anderhalve ton te kunnen afremmen, verwacht u misschien ook zware remsystemen. 

Niet is minder waar: de Brembo-monobloc-zeszuigerklauwen voor Short Tracks wegen slechts 2,8 kg en de vierzuigerklauwen op de voorwielen die worden gebruikt op Super Speedways wegen niet meer dan 2,3 kg. 

Anders ligt het bij de schijven: de gietijzeren NASCAR-exemplaren zijn een stuk zwaarder dan de koolstofschijven die worden gebruikt in de Formule 1: een NASCAR-schijf met een diameter van 328 mm en dikte van 42 mm voor Short Tracks weegt 10,5 kg. Maar ook de 'superlichte' schijven met een diameter van 328 mm en dikte van 28 mm voor de Super Speedways wegen nog altijd 4,9 kg. ​

 

 
​​​